Bessel van der Kolk en herstel bij eetproblemen

28 augustus was Bessel van der Kolk bij het programma Zomergasten. Van der Kolk is een Amerikaanse psychiater en onderzoeker die onderzoek en behandeling van de Post Traumatische Stress-stoornis op de kaart heeft gezet. In zijn boek ’Traumasporen’ gaat hij in tegen het medische model van psychiatrische ziekten, waarbij volgens de ‘bijbel van de Psychiatrie’ (de DSM V) alle psychische problemen netjes in 541 ziekten zijn in te delen met dito verschijnselen, diagnoses en vragenlijsten, dito behandelingen die hardnekkig ‘evidence based’ worden genoemd en dito pillen, waar de farmaceutische industrie weer wel bij vaart, zoals David Healy in 2004 al beschreef in zijn boek: ‘Let them eat Prozac’ (2004).
Bessel van der Kolk en herstel bij eetproblemen

   

Ook belangrijke Nederlandse psychiaters zoals Jim van Os en Frenk Verhulst zetten vraagtekens bij deze classificatiesystematiek van de DSM. In ons nieuwe boek ‘Herstel van eetproblemen’ (binnenkort bij SWP) kijken we in navolging van het onderzoek van Van der Kolk naar eetproblemen zonder anorexia als een ziekte te zien.

Eerst maar een paar recente feiten uit onderzoek op een rij die in het boek besproken worden:

  1.  Vier achtereenvolgende meta-analyses laten weinig effect zien van de huidige behandelmethoden voor ernstige eetproblemen (eetstoornissen)
  2. Ook in een recente paraplu-analyse bleek dat veel antidepressiva die vaak bij eetproblemen worden voorgeschreven niet of nauwelijks werken.
  3. Uit recent onderzoek in complexe patientenpopulaties bleek dat gebrek aan zelfregulatie  als gevolg van vroegkinderlijk trauma en herhaald slachtofferschap later in het leven (pesten, seksueel misbruik etc.) in combinatie met een hogere gevoeligheid van kinderen leidt tot (complexe )PTSS waarschijnlijk een goed verklaringsmodel is voor eetproblemen.
  4. En dwang, zoals veel gebruikt bij de 22 eetstoornisklinieken in Nederland, maakt het vaak erger doordat het de cognitieve zelfregulatie aantast.
  5. Langdurige opname in veel eetklinieken maakt de kans op een succesvolle schoolcarrière en participatie kleiner.

Veel van deze observaties deed van der Kolk al meer dan veertig jaar geleden toen hij onderzoek deed naar PTSS.

Hij ontwikkelde daarvoor samen met bijvoorbeeld Stephen Porgess neurofysiologische verklaringen voor trauma, waarvoor steeds meer wetenschappelijk bewijs komt. We kunnen inmiddels met moderne technieken geen ziekte ‘eetstoornis’ in de hersenen zien maar wel de gevolgen van trauma, langdurige stress en PTSS. Maar als we blijven vasthouden aan een niet werkende behandeling (Family Based Treatment in 22 Nederlandse eetstoornisklinieken) komen we bij gebrek aan bewijs niet verder. En dat schuurt, net als bij Zomergasten.

Van der Kolk heeft geen magisch toverstokje maar zijn inzichten dragen wel bij aan vooruitgang op het gebied van behandeling van eetproblemen. Hij geeft in zomergasten aan dat we al heel lang blind zijn voor trauma. Blindheid komt waarschijnlijk voort uit de observatie dat getraumatiseerde mensen zo lang als kan ‘gewoon’ blijven doen (‘housekeeping of the body’ zegt van der Kolk). Die discussie kan een bijdrage leveren aan het verbeteren van de huidige behandelmethoden zonder de pretentie te hebben het ‘te genezen’. Dan kan het ook bijdragen aan motivatie en kennis van Hbo-geschoolde medewerkers die dag in dag uit werken met deze jongeren.

Verwacht was ook de aanval van enkele rechtspychologen in de Volkskrant. Met grote woorden (’desastreuze gevolgen’) sabelen zij het idee neer dat trauma ook gevolgen heeft voor het autonome zenuwstelsel, terwijl dat mainstream kennis is. Ook halen zij de discussie over ‘verdrongen herinneringen’ weer van stal. Dat de werkelijkheid rond ons geheugen complexer is rechtvaardigt een genuanceerdere reactie die van der Kolk in zijn boek wel degelijk belicht. Dat is van belang voor wetenschappelijke voortuitgang want die is niet gebaat bij grote woorden in een gebied waar we nog zo weinig kennis van hebben.

Net als in het boek van van der Kolk belichten we daarom ervaringen van jongeren, behandelaren en ouders als mogelijk lampje naar verandering zoals Conti in zijn (2016) artikel ‘listening in the dark’ doet. Want dat is wat we vaker moeten doen: luisteren (zonder het antwoord te weten) in het donker naar de stemmen van jongeren met eetproblemen en hun ouders. Het donker staat voor dat wat we nog niet weten. Het boek is opgedragen aan Xanthi die het ondanks haar wilskracht het niet heeft gered en haar moeder, die ook een eetprobleem had en destijds hetzelfde als haar dochter meemaakte. Het kan toch niet zo zijn dat we in veertig jaar niks verder zijn gekomen dan dwang en pillen die niet helpen tegen trauma? Van der Kolk geeft in Zomergasten ook aan dat we van de  afgelopen tijd weinig hebben geleerd. En het geeft aan dat als we niks willen leren van onze geschiedenis, we gedoemd zijn die te herhalen. Maar er is met van der Kolk hoop op vooruitgang. Het gaat dan vaak niet om miljoeneninvesteringen in bestaande programma’s, maar in onderbouwde  proeftuintje zonder toverstokjesclaims dat het evidence based is. Want zover zijn we nog lang niet. Dat geeft niet als we maar met elkaar in discussie gaan zonder ons te beroepen op eigen gelijk of status.

Deze wetenschap willen we met elkaar bespreken in ons boek Herstel van eetproblemen (anorexia).
Artikel geschreven door Peer van der Helm



Naar homepage




Nooit meer burn-out

Ontwerp voor digitale transformaties van (zorg)organisaties

De patient terug van weggeweest