Die nacht was het erg rustig in het ziekenhuis en het WAN-hoofd heeft besloten dat ik met hem mee ga lopen. Op een gegeven moment zegt hij: ‘We gaan naar de OK een been ophalen’. Ik zeg: ‘Een been ophalen?’ ‘Ja dat moet naar het mortuarium gebracht worden, een patiënt heeft een beenamputatie ondergaan.’
Ik dacht jeetje, dat heb ik nog nooit gedaan, spannend vond ik het! Het been zat in een blauwe doos met een geel deksel. We droegen het been naar de lift en we gingen naar het mortuarium op de begane grond. We stonden in de lift en we zetten de blauwe doos op de grond. Op een gegeven moment hoorden we een harde knal. Ik dacht: ‘huh, wat is dat nou?’. Oh jee, het been was omgevallen!!! Ik dacht dat ik flauwviel. We moesten wel erg hard lachen.
De telefoon van het WAN-hoofd ging, er was een patiënt overleden op een afdeling en die moest opgehaald worden en naar het mortuarium gebracht. We kwamen aan op de afdeling en het bleek dat de overledene erg veel geld bij zich had. Dat geld moest naar de beveiligingsdienst van het ziekenhuis gebracht worden. We gingen daar naartoe, we deden het geld in een enveloppe en we moesten allemaal een handtekening zetten om te bevestigen hoeveel geld erin zat. Ik vond het erg bijzonder om te zien hoe dat in zijn werk ging, want zoiets maak je niet elke dag mee. Er was namelijk geen familie van de overleden patiënt aanwezig, en daarom moest het geld naar de beveiligingsdienst gebracht worden.
De telefoon ging weer. We moesten naar de kraamafdeling. Er was een baby overleden bij de geboorte. Ik dacht: ‘Jeetje, wat heftig’, ik had nog nooit een overleden baby gezien.
We kwamen aan op de kraamafdeling en de zuster vroeg aan mij of ik de baby wilde zien. Ik twijfelde even maar besloot toch om het kindje te zien. Ik ging samen met het WAN-hoofd naar de baby. Ze lag in een mooi klein wiegje. Ze was helemaal voldragen, ze zag er zo mooi uit! Het enige was dat ze helemaal paars was. Ik vond het vreselijk dat de moeder haar baby had verloren bij de geboorte.
We brachten de baby naar het mortuarium, en we bevestigden een mooi kaartje met de afbeelding van een halve maan op de voorkant van de koelcel, zodat de medewerkers weten dat daar een baby inligt. Het is altijd heftig als een baby’tje is overleden, ook voor de mensen die in het mortuarium werken. Achteraf weet ik niet of het verstandig is geweest om de baby te zien, want het beeld bleef op mijn netvlies staan.
Zo, de nacht was om. Ik vond het supergaaf om een keertje mee te lopen met het WAN-hoofd. Zo kon ik zien wat hij zoal moet doen in een nacht. En wat hij zoal meemaakt. Dat zijn zaken die wij als verpleegkundige niet meekrijgen omdat je normaal gesproken alleen werkt op je eigen afdeling.
Het was een bijzondere nacht. Een nacht om nooit meer te vergeten. Een nacht die veel indruk heeft gemaakt, en waardoor ik veel respect heb gekregen voor het WAN-hoofd.
Andreas Boender-Vaags is verpleegkundige in het OLVG Oost in Amsterdam op de afdeling MDL.
HIER vindt u meer informatie over onze bloggers.