BLOG: Het sterrenrestaurant

In de dertig jaar dat ik als longarts heb gewerkt, heb ik door al die jaren heen hele bijzondere mensen ontmoet. Ze hebben zo’n indruk op mij gemaakt dat ik de herinnering aan hen heb willen vasthouden door hun verhaal op te schrijven. Soms is het een gebeurtenis, een ontmoeting, die terug gaat tot de tijd dat ik nog in opleiding was...
BLOG: Het sterrenrestaurant

 

In de periode dat ik de overgang moest maken van het klinisch werk naar het begeleiden van jonge collega’s zijn de ‘ telefoonverhaaltjes’ ontstaan. Deze verhalen heten 'telefoonverhalen' omdat ik mijn telefoon gebuikte als een soort kladblok waar ik notities in maakte. Ook nu ik mijn eigen bedrijf als supervisor, coach heb, blijft de inspiratie voor deze verhaaltjes komen. Ze zijn geïnspireerd op alledaagse gebeurtenissen : ‘als je ze leest, dan voel je ze ook’ .

Voor het eerst van mijn leven –als jonge specialist in opleiding- was ik een avond in een sterrenrestaurant. Dit had niets met eten te maken, maar was meer een voorstelling van kook tovenarij en  gedrogeerd raken door geuren en onbekende hemelse smaken. De chef kwam vooraf kennis maken, zoals een chirurg voor de operatie. Waar we zin in hadden? Een onlogische vraag want we hadden zoiets nooit eerder gedaan. Het is toch zo dat wat je nooit hebt gekend, je ook niet kunt verlangen. Later op de avond mengde dit soort gedachten zich met de vraag : ‘wat is geluk’. Maar toen waren al talloze onbekende smaakcombinaties aan ons langs gekomen. Evenals de sommelier, die bij elk kwarteleitje op een bedje van Moezelgras wel een wijngoed kende dat door God was geschapen om dit gerecht te completeren. En hoe langer de avond duurde  hoe dichter we bij die eerder genoemde God kwamen. In ieder geval keken we vanuit de hemel naar de wereld om ons heen. De wereld van mensen waar we nu even niet bij wilden horen. Maar het typisch menselijke drong zich toch op in het gevoel van een volle blaas. Geforceerd recht lopen, waardoor meteen duidelijk was dat er voldoende alcohol was gedronken om daar de volgende dag  last van te hebben. Met een blij gemoed, ondersteund door de begrijpende knikjes van het bedienend personeel , natuurlijk herkenden zij dit looppatroon, begon de Odyssee naar het toilet. Onvoorstelbaar hoeveel vriendelijke loodsen je onderweg op koers hielden.

En daar stond je eindelijk, helemaal alleen , zoals dit soort zaken in eenzaamheid moeten geschieden, voor het urinaal. Niemand zou zien dat ik die vlieg daar in de pot wel zou raken. Natuurlijk beschikte ik nog over voldoende kracht om het porselein te laten barsten.

Ergens drong zich al de verwondering  op dat een dergelijke restaurant dit soort urinoirs had, die ik eigenlijk alleen van luchthavens kende .Maar ik zag die vlieg daar toch echt zitten. Als een matador betrad ik in de urinale arena.

Een orgastische waterkracht bereikte het vliegje, wat verdwaasd opfladderde. Even nog was er de illusie dat ik de pot aan flarden had gestraald. Maar het nachtvlindertje , nat geworden door een slap straaltje, vloog gewoon uit de pot op omhoog, naar het licht. Ik hoorde het nog net fluisteren: ‘ is het geen tijd om naar huis te gaan?’

Bert Baas is longarts en coach / supervisor voor medici.



Naar homepage



Relevante categorieën:



Nooit meer burn-out

Ontwerp voor digitale transformaties van (zorg)organisaties

De patient terug van weggeweest