Een jonge Nederlandse vrouw slachtoffer van seksueel geweld, een burgemeester die publiek betrokkenheid toont voor het mogelijk getraumatiseerde slachtoffer en die maatschappelijk lijkt te willen scoren. Dit in combinatie met een andere kwetsbare groep mogelijk getraumatiseerden: asielzoekers. Alle ingrediënten voor een explosief debat. Er kwam inderdaad veel kritiek met name uit juridische hoek, maar het was muisstil vanuit de ‘psychotraumawereld’. Terwijl ook vanuit die hoek forse kritiek mogelijk was geweest.
Want natuurlijk is het tragisch voor deze jonge vrouw; daarover geen misverstand. Zij verdient alle steun die zij nodig heeft. En de dader behoort en wordt conform Nederlands recht berecht en veroordeeld. Klaar zou je zeggen zonder daarmee de betekenis van de verkrachting voor deze jonge dame te bagatelliseren.
Maar een andere groep, mogelijk getraumatiseerde asielzoekers, wordt door de burgemeester maximaal gestigmatiseerd. De burgemeester zegt eigenlijk tegen asielzoekers in het azc in Dronten: U bent wel niet de dader, maar mogelijk wel getraumatiseerd. En daarmee bent u een risico voor het plegen van een dergelijk misdrijf binnen bepaalde uren van de dag. Enerzijds betreft het dus een mogelijk getraumatiseerde jonge vrouw die alle steun een aandacht verdient en anderzijds onschuldige, maar mogelijke getraumatiseerde asielzoekers die als potentiele misdadigers worden neergezet.
Perspectief
Het begrip trauma werd enkele decennia geleden nog gereserveerd voor blijvende psychische gevolgen van leven in oorlogsomstandigheden, confrontatie met extreem geweld of langdurig seksueel misbruik. In de Dikke van Dale staat bij trauma nog steeds: kwetsing van de psyche door een hevige gevoelservaring die een blijvende stoornis teweegbrengt.
Daarbij weten we gelukkig uit zeer veel wetenschappelijk onderzoek, maar ook uit ervaring dat de meeste nare ervaringen in het leven gelukkig geen blijvende stoornissen teweegbrengen.
Anno 2017
Het begrip trauma wordt voor vele gebeurtenissen en op vele manieren gebruikt. Zelfs uitschakeling van het Nederlands voetbalelftal voor een belangrijk toernooi wordt traumatisch genoemd. Spelers die verdwaasd voor zich uitkijken bij een tegengoal zijn niet meer teleurgesteld, balen niet meer of zijn misschien zelfs gefrustreerd over eigen optreden; nee, de traumatische tegengoal wordt ‘verwerkt’. Of zoals in september 2016 onze minister Dijsselbloem van Financiën zei: “Europa lijdt aan PTSS”. Hij bedoelde daarmee dat we overgevoelig zijn geworden voor een beetje economische tegenwind door het ‘economische trauma’ van 2008-2010.
Het begrip trauma is een containerbegrip geworden voor al die zaken die we misschien allemaal liever niet hebben, maar wel een realiteit zijn. Door veel normale - misschien niet altijd even leuke - life-events ‘traumatisch’ te noemen kunnen we aandacht, begrip en steun claimen of minstens vinden dat we er recht op hebben. Of voor (politieke) onontkoombare maatregelen pleiten om erger of herhaling te voorkomen. Want dat bij trauma iets moet gebeuren, is geen punt van discussie meer in Nederland. Trauma dus als argument voor (politieke) aandacht, erkenning, compassie, hulp, steun, mededogen of zoals bij asielzoekers reden voor angst want getraumatiseerde asielzoekers zijn onberekenbare potentiele misdadigers waar ‘onze mensen’ tegen moeten worden beschermd.
Kortom het begrip trauma wordt niet meer gereserveerd voor de blijvende negatieve psychische effecten van extreme situaties, maar wordt zowel gebruikt als negatief en positief argument om (politieke) aandacht aan een issue te geven of te vragen. Door het als traumatisch te betitelen moet erover worden gepraat, want niet over een trauma (willen) praten is inmiddels taboe in NL. Sterkere nog: trauma is een effectieve (politieke) marketingtool. Misschien toch maar weer eens tijd voor een kritisch gebruik van het begrip ‘trauma’ en de betekenis zoals beschreven in de Dikke van Dale weer eens wat vaker toepassen?!
Peter van Loon Is sinds 2011 zelfstandig adviseur/opleider/hulpverlener op het terrein van Crisis Stress & Trauma. Na bijna 30 jaar in diverse functies binnen de GGZ te hebben gewerkt, maakte hij in 2000 de overstap naar het Instituut voor Psychotrauma (IvP). Van daaruit was hij betrokken bij grote rampen en vele (bedrijfs) calamiteiten. Zoals de vuurwerkramp in Enschede (2000), de cafébrand in Volendam (2001), diverse dierziektecrises, aardbevingen in Pakistan, Haïti en Nepal, maar ook (dodelijke)bedrijfsongevallen, suïcides op de werkplek, agressie en geweld op het werk etc. Hij heeft van zeer nabij de recente ontwikkeling rondom het begrip ‘trauma’ meegemaakt en hieraan ook meerdere kritische bijdragen geleverd. Meer informatie over onze bloggers vindt u HIER.