Student van het eerste uur Aart Eliens (72) kan zich het geruzie nog goed herinneren tijdens zijn studentenjaren. De Academische Raad: “Wat heeft een doctoraalprogramma voor zin in een wetenschap die niet bestaat en waarvan men niet weet of die ooit zal bestaan?”
Dat vond Eliens toen al een “onzinnige uitspraak”. “Het belang van onderbouwd verpleegkundig handelen wordt steeds duidelijker. Het gaat erom welke argumenten er zijn om iets te doen. Welk bewijs is er voor? Daar is bijvoorbeeld de Beter Laten-lijst uit voortgekomen.”
Eliens: “In de verpleging waren er allerlei gewoonten en gebruiken ingeslopen die eigenlijk schadelijk waren voor de patiënt. “Een wetenschappelijke onderbouwing verhoogt de kwaliteit van de zorg. En: het maakt je tot een volwaardige gesprekspartner voor artsen. Als jij je standpunt goed kunt onderbouwen, dan zal de arts dat heel serieus nemen.”
De opleiding is ook gunstig geweest voor zijn eigen loopbaan. Hij publiceerde zo’n honderd artikelen en vijftien boeken. Zelfs nu hij al de pensioenleeftijd voorbij is. Zijn laatste publiciatie is Interventies voor goed werk (in samenwerking met Harry Woldendorp en Arjen Jeninga). Dat gaat over het voorkomen en oplossen van burn-out in de gezondheidszorg. Hij hoopt dat ook jonge verpleegkundigen wetenschap zullen gebruiken om hun beroep vol trots te kunnen uitdragen. “Kom voor je vak op, zeg ik altijd. Maar doe dat altijd onderbouwd: met argumenten.”
Lees het complete interview met Aart Eliens en Renata Klop (de andere student van het eerste uur) op venvn.nl.